Na de zeventiende dag begint door de navel het inzuigen van de dooierzak en op de snavel is duidelijk een eitand (een klein scherp hoorntje) zichtbaar, met behulp waarvan het kuiken zich op de 21ste dag uit het ei kan bevrijden.Op de 19de dag steekt het kuiken zijn kop vooruit en breekt met zijn snavel door het binnenste eivlies in de luchtkamer en de longen beginnen te werken. Op de 20ste dag begint de volledige ademhaling pas te werken.
Ook bij een nog geheel gesloten ei kun je de kuikens al horen piepen
De 21ste dag zal het kuiken met de eitand voor op de snavel de eischaal doorbreken en het ei is dan aangepikt zoals we dat noemen. Als het kuiken eenmaal door de schaal heen gepikt heeft kan het wel 3 tot 24 uur duren voordat hij verder gaat. Het kuiken draait dan telkens een beetje verder, om zo de eischaal rondom de luchtkamer te openen. Pas dan zal het kuiken duwen om er uit te kunnen. In deze uren kan hij wennen aan de lucht van buitenaf, zijn reserves opmaken en op krachten komen voor dat het uitkomt.
Vele malen moet het kuiken tegen de eischaal stoten om de eischaal te doorbreken. Tussen het aanpikken en de uiteindelijke uitkomst kan dus 24 uur zitten. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat bij lagere broedtemperatuur de tijdsduur tussen het
eerste aanpikken van het ei door het kuiken en het uiteindelijke uitkomen uit het ei, groter wordt. Dit wordt verklaard tot de relatie van een vorm van een zeer kleine onderkoeling van het uitkomende kuiken. De eitand valt enkele dagen na de uitkomst er vanzelf af.