Voordelen van natuurbroed
Kippen leggen eigenlijk geen eieren om ons van eten te voorzien kippen leggen eieren om zichzelf voor te planten.
De eerste kippen legden maar hooguit 15 eieren in het jaar.
De tomeloze eierenstroom die onze kippen tegenwoordig bieden komt puur door het doorfokken van kippen op deze aanleg en de voeding.
Natuurbroed heeft een aantal voordelen:
• de hen zorgt altijd voor de juiste temperatuur van de eieren
• de hen keert de eieren op de juiste manier
• de luchtvochtigheid in het nest is meestal wel goed, al kunnen we daar wel enige invloed op uit oefenen door een paar keer met een bloemenspuit de eieren en het nest nat te maken
• de hen verzorgt de jonge kuikens uitstekend tot zij geen extra warmte meer nodig hebben
• er hoeft geen apparatuur aangeschaft te worden, de hen doet al het werk zelf.
Nadelen van natuurbroed
Een hen beschermt haar kuikens en dit gedrag zorgt er voor dat de kuikens moeilijker benaderbaar zijn.
Het wennen aan mensen en tam worden moet direct na de geboorte al beginnen en dat wordt in deze situatie lastig.
Natuurlijk opgefokte kuikens worden daardoor meestal niet zo tam als kunstmatig opgefokte kuikens.
Redelijk tamme dieren zijn wel gewenst om later gemakkelijker de dieren te kunnen vangen.
Overige nadelen zijn:
• een hen is niet altijd broeds wanneer de fokker dat wil.
• een broedse hen kan ophouden broeds te zijn, kan ziek worden of dood gaan en dan gaat het legsel verloren.
• de hen kan gemakkelijk ziekten overdragen aan de kuikens.
• een hen kan per nest maar een beperkt aantal eieren bebroeden.
• de kuikens zijn moeilijker tam te maken.
Herkennen van een kloek
Het broeden met een kloek (=broedse hen) heeft voor velen nog altijd een natuurlijke aantrekkelijkheid.
Soms al vroeg in het voorjaar dienen zich in toompjes dwerghoenders en grote hoenders een of meer broedse hennen aan.
Niet binnen elk ras is de erfelijke factor tot broeds worden even sterk aanwezig.
Bij sommige rassen, bijvoorbeeld zijdehoenders treed broedsheid al op nadat de dieren zeven tot tien eieren gelegd hebben.
Het laten liggen van de eieren is vaak bevorderlijk voor de broedlust van de hennen.
Aanvankelijk blijft de broeds wordende hen iets langer zitten, daarna blijft ze steeds langdurig zitten en maakt een klokkend geluid als ze van het nest komt.
Dit karakteristiek kloek geluid heeft een broedse kip of een kip met kuikens de naam “kloek” gegeven.
Met dit geluid roept ze ook de kuikens bij zich als ze eten gevonden heeft of als ze gewoon bij haar moeten komen.
Wanneer er gevaar dreigt zal ze er nog een bijna grommend geluid aan toevoegen wat waarschijnlijk de kuikens extra moet aansporen sneller te komen.
Tegenover de andere kippen neemt een broedse kip vaak een afwerende houding aan door de vleugels sterk gespreid te dragen en de halsveren op te zetten.
Daarom kan men een broedse kip het beste vanaf de eerste tekenen apart zetten.
Een broedse hen herkennen we buiten het voorgenoemde gedrag, ook aan nog twee dingen.
Een kale plek op de borst en het kammetje is niet zo rood meer.
Overigens is de kam van een hen in de rui ook meestal niet rood.
De kale plek op de borst is bestemd om zoveel mogelijk lichaamswarmte aan de eieren af te geven, dons en veren isoleren immers.
Het kammetje is niet meer rood om zo min mogelijk op te vallen als ze ergens zit te broeden en ook om niet de aandacht van de haan te trekken.
Een hen met een niet-rode kam zal minder aantrekkelijk voor de haan zijn dan eentje met een knalrode kam.
Broedomgeving
Bij het broeden kan de hen een opdringerige haan bepaald niet gebruiken.
Het is van belang dat de kloek vooral in een rustige omgeving komt te zitten.
Het mag er niet te licht zijn.
Plaats in het nachthokje een legnest met stro en leg hier nog niet direct eieren in.
De aanwezigheid van muizen, die graag de bevedering van de broedende kloek hangen, kan er de oorzaak van zijn dat het broedsel in de steek gelaten wordt.
Als er muizen zijn ten tijde van het uitkomen der eieren, kan de kloek zelfs zo zenuwachtig worden dat ze de kuikens dood pikt.
De broedruimte moet ook vogelvrij zijn.
Ook in fladderende mussen brengen onrust, pikken van het voer en kunnen evenals de muizen ziekten overbrengen.
Wacht eerst even af totdat de kloek bijna niet meer van het nest afkomt voordat men eieren plaatst.
Leg dan de eieren onder de kloek.
Doe dit het liefst‘s nachts omdat de kloek dan minder schrikt van het hele gebeuren en zo beter blijft zitten.
Er zijn fokkers die de kloek eerst een nacht en de daarop volgende dag “uitproberen” door er kunsteieren onder te leggen.
Blijft ze daarop goed zitten dan worden de kunsteieren verwisseld voor het echte broedsel, een methode die goed voldoet.
Een kriel kan maximaal 10-11 eieren uitbroeden, beter is echter een stuk of zes tot acht.
De eitjes geef je best een merkteken (met een potlood, want een stift of pen brengt giftige stoffen in het ei), want de hen kan er nog bij leggen. Als ze er bij legt haal je deze direct weg.
Zorg er absoluut voor dat de kloek daarna niet meer lastig gevallen wordt.
Rust is zeer belangrijk.
De uitkomstdag moet worden genoteerd.
Dit is belangrijk, omdat er nu op gelet kan worden dat de eerst uitgekomen kuikens niet buiten het nest raken.
Het broeden
Sommige hennen broeden rustig vijf weken.
Ze houdt de eieren op een constante temperatuur (een kip heeft een lichaamstemperatuur van 41° C) en keert de eieren op bepaalde tijdstippen.
Je hoeft zich geen zorgen te maken als de hen soms geruime tijd van het nest is, dit luchten van de eieren is precies zoals het hoort.
Het ei scheidt allerlei gassen af die uitgewisseld worden tegen zuurstof.
Hoe verder de broedcyclus is, des te langer gaat de hen een of twee keer per dag van het nest.
Tot op de laatste dag, waarop zij, tot de eieren zijn uitgekomen, niet meer van het nest gaat.
Als er geen eieren uitkomen, verlaat de broedse kip het nest meestal na verloop van tijd.
Er zijn echter ook gevallen bekend waarbij de kip zich letterlijk doodbroed.
Vanaf de veertiende en vijftiende dag gaat de kloek wat langer van het nest en neemt wat meer tijd voor het eten, drinken en een stofbad.
Het is moeilijk, maar ga dus niet constant kijken naar de broedende kip, vooral als de eieren moeten uitkomen kunnen sommige mensen het maar niet laten om elk uur te gaan kijken en onder de kip te voelen.
Je verstoort daarmee de vochtige atmosfeer onder de kip die juist nodig is om het ei niet te laten uitdrogen.
Het eivlies dat in het ei zit wordt dan hard en kan niet meer door het kuiken worden stuk gepikt, dus het ei komt niet meer uit!
Het is voldoende is om ‘s ochtends en ‘s avonds even onder de kip te voelen of er lege eischalen zijn en deze weg te halen.
Doe dit niet met de hele familie maar zorg voor rust!
Kuikens
Zodra de eerste eieren aangepikt zijn en de kloek het eerste piepen van de kuikens hoort, verlaat zij het nest zelden meer tot de avond van de 21ste dag.
Soms zal ze nog iets langer blijven zitten maar op de morgen van de 22ste dag, als de kuikens uit zijn en er hoogstens nog een enkele achterblijver in de dop zit, stapt ze van het nest en gaat op korte afstand daarvan weer zitten, roept de kuikens tot zich en zet zich rustig neer.
Haar broedsheid houdt dus aan totdat de eieren uitkomen.
Dan gaat de broedsheid over in moederschapsgevoel dat zich uit in verwarming, begeleiding en verdediging van de kuikens.
Eieren die langer dan 23 dagen onder een broedende hen liggen moet je weghalen, die komen niet meer uit.
Het is beter de kloek met de kuikens niet eerder bij andere kippen te plaatsen.
De beste kloek
Al jaren gebruikt men bij voorkeur krielen voor het uitbroeden van eieren.
Ze geven minder problemen voor wat betreft breuk van broedeieren zoals we dat bij kloeken van middelzware en zware hoenderrassen nogal eens zien.
Het dooddrukken van de eerste uitgekomen kuikens komt bij deze grote dieren ook nogal eens voor.
Voer en water
Er zijn tegenwoordig kant-en-klare kuikenvoeders in de handel, die de gehele dag ter beschikking mogen staan.
De eerste drie dagen na de geboorte zijn we echter voorzichtig met het geven van voer de nog tere kuikens gaven wij de eerste week altijd opfokvoer, dat niet goedkoop is, maar wat graag eten en waarin alle benodigde bestanddelen zitten.
Daarnaast moet uiteraard drinkwater te beschikking staan.
Als de kuikens een week oud zijn, wordt dus overgeschakeld op volledig kuiken voer.
Daarnaast moet uiteraard drinkwater te beschikking staan.
Als de kuikens een week oud zijn, wordt dus overgeschakeld op volledig kuiken voer.
Ook kan men kuikens van een week oud wat groenvoer geven, echter wel fijn gesneden.
In aanmerking komen sla spinazie en jonge brandnetels.
Daarnaast dient een bakje met fijn grit ter beschikking te staan.
Luizen
Pas op voor kopluizen.
Bijna alle met de broedhen gebroede kuikens lopen de kans van moeder luizen te krijgen. Deze gaan bij voorkeur op de kop zitten.
Daarom noemt men ze dan ook kopluizen.
Er wordt beweerd dat, zeven luizen voldoende zijn om een kuiken te gronde te richten.
Een kleiner aantal is dus reeds voldoende om ze in conditie te laten teruglopen.
Een goed bestrijdingsmiddel tegen deze luizen is het inwrijven van het kopje met een paar druppels olijfolie.
Omdat de luizen moeilijk te zien zijn en men niet weet of de kuikens er werkelijk mee besmet zijn, kan het geen kwaad een druppel slaolie voorbehoedend op de kop te druppelen.
Op de andere delen van het lichaam kunnen kuikens er zelf bij, doch op de kop zitten de luizen volmaakt veilig.
Dat weten ze ook. Zodra de kuikens enige weken oud zijn weten ze zich even goed van de luis te ontdoen als de volwassen kippen. Daarom is de eerste paar weken uiterste zorg geboden.
Volwassen
Zodra de kuikens 6 tot 7 weken oud zijn, vertoont de kloek de neiging om weer te gaan leggen.
Dat is zo ongeveer op hetzelfde moment dat de kuikens op stok willen gaan.
Ook daarin geeft de natuur een voorbeeld.
De kuikens hebben dan geen behoefte meer aan warmte en zoeken een natuurlijker slaapgelegenheid, vaak zelfs niet onder, maar naast de kloek.